top of page

Podcast Redden wat je raakt

Redden wat je raakt is een podcastserie waarbij nieuwe banden tussen poëzie en wetenschap worden gesmeed.

In iedere aflevering maakt de luisteraar kennis met de universums van een denker en een dichter, die rondom een klimaatthema worden samengebracht. Hoe kunnen filosofie en poëzie elkaar inspireren? Op welke manier kunnen de lyrische woorden van een dichter het onderzoek van een antropoloog versterken? Welke plaats heeft de wetenschap in de poëzie? Heeft de klimaatwetenschap een nieuwe taal nodig om een maatschappelijke ommezwaai mogelijk te maken? 

​

Klimaatdichters Pim Cornelussen en Moya De Feyter zijn de hosts van de podcastserie. 
Muziek: Ewout Lehoucq. Techniek & Montage: Pieter-Jan Van den Berge. Illustrator: Jeroen Nisse

Je kunt de afleveringen beluisteren via ons spotify-kanaal.

Over de hosts:

​

Pim Cornelussen woont en werkt in Antwerpen. Hij was hoofdredacteur van literair tijdschrift Kluger Hans, schreef voor theater en is actief lid van de klimaatdichters. Zijn werk verscheen in onder andere Het Liegend Konijn, Deus Ex Machina, Hard/Hoofd, De Optimist, De Standaard en The Low Countries. In zijn werk neemt ecologische rouw een grote plek in.  
 

Moya De Feyter schrijft poëzie en proza. Ze debuteerde in 2018 met Tot iemand eindelijk, een poëziebundel die genomineerd werd voor de Poëziedebuutprijs. Haar tweede bundel Massastrandingen, die is opgebouwd rond het beeld van aanspoelende walvissen, werd bekroond met de J.C. Bloem-Poëzieprijs. In Een heel dun laagje gaat ze aan de hand van korte, aftastende stukjes proza op zoek naar licht. Moya staat graag en vaak op het podium en is de oprichter van de Klimaatdichters. In 2022 ontving ze de PrixFintroPrijs voor Nederlandstalige literatuur. 

Afleveringen

I. De doorzichtige stad

Er is ontworteling gaande

 

Er is ontworteling gaande door droogte

de zeemeermin heeft haar staart al verloren

vis baart opzien door te gaan lopen

roestig de aarde blaker in blad, slechts wind 

en zand overleven voorbeeldig + wie 

zichzelf bijeen weet te vegen, zegt 

kieuwen en longen niet meer te missen.

 

Vuur dreigt toe te nemen in grootte

gezegend die het klein gebruikt om te koken 

of als licht om geschriften te lezen 

de pen doopt in as, begint te schrijven 

over wat was: dagen met milde regen die meeboog 

met de seizoenen, veranderen kon in een prille 

gedachte, kil zodra hij versteende.  

 

Daar staat een man en geen wolk wil hem 

dragen, er is een gevleugelde wet 

met verplichting: de lucht laat zich 

niet naar believen doorklieven. 

 

Ginds een vrouw, tussen haar en de wereld 

staat een doorzichtige muur, ze kan die niet 

breken het is haar genoeg om te zien, te weten 

wat voorvalt, buiten bereik van haar voorvalt.

 

Hester Knibbe

Tijdens Poetry International werd de eerste aflevering, De doorzichtige stad, live opgenomen op zaterdag 8 juni.
 

Gasten van dienst waren stadsantropoloog Renée Rooijmans en dichter Astrid Haerens. We gingen in gesprek over de stad als een veelvormig organisme dat bestaat uit planten, dieren en schimmels, maar ook uit gebouwen, straten en mensen. Hoe ziet zo’n evenwaardige verstrengeling van samenlevende wezens eruit? En hoe voelt die als je er middenin staat? 

Voormalig stadsdichter van Rotterdam, Hester Knibbe, schreef speciaal voor deze aflevering het gedicht Er is ontworteling gaande.​​

image4 (1).jpeg

II. Blije peren

De tweede aflevering van de podcast, Blije peren, is opgenomen tijdens het festival Dichters in de Prinsentuin op 13 juli 2024.

Moya & Pim gaan in gesprek over de zee met community ecologist dr. Oscar Franken en dichter Kira Wuck. Wat doet de zee met een dichter? Hoe kunnen we van de zee weer een gezonde ruimte maken? En wat kunnen perenbomen daarin betekenen?

 

Leonie Moreels schreef het gedicht voor deze aflevering. 

redden wat je raakt - aflevering 2.png

In dit nat

​​

in raket raken zes mensen ruimteranden aan
smikkelen visjes in witte saus, twee sprinkhanen
op sterk water scheuten er met stekken bol van belofte

 

driehonderdduizend meer kilometers aardwaarts
doorboren perenbomen de zeebodem
maandenlang krabben bultruggen er beestjes van schors
rif in zilte stellingen trekt wat week is

 

gezouten rijpen de ringen weg, wat is weer jong of
reeds wormenvol rot, op zwak zand stinken ze
in vachtjes mos en zwaar wierverdriet

 

aan katrol in vroeg zwijgen hijsen jonge matrozen
blozend de bomen omhoog, turven
mossels, microplastic, klokjes en huizen

 

aan één nul één smeken ze reddingswerkers
om wegwerpkennis: keil je de wereld in zwarte zak
en hoe prop je het boeltje op?

 

een peer haalt met plop angels uit gedachten
laten sloepen apocalypsangst te water
prikkelarme plekken bonken golf van slag

 

veel hoger smeken zes stemmen zonhongerig
god, u trok ons van stof op,
maak ons
mos

​

Leonie Moreels

Over de gasten:

 

Oscar Franken is geïnteresseerd in alles wat leeft en beweegt, hoe kleiner hoe beter. Hij is wetenschappelijk coördinator van het project Waddenmozaïek, een project waarin meerdere partners de diepere waddenzee in kaart brengen en het lokale onderwaterleven robuuster en bestendiger willen maken tegen klimaatverandering.

 

Kira Wuck heeft een Finse moeder en een Indonesische vader. Ze groeide op in Amsterdam, maar voelt zich thuis bij het absurdisme en de melancholie uit de noordelijke landen. Ze schreef de roman Knikkerkoning, de verhalenbundel Noodlanding en de dichtbundels Finse Meisjes, De zee heeft honger en Koeiendagen.

III. Eeuwig ijs

we liggen naakt op het dekbed, raken elkaar
net niet, de ventilator die mijn moeder in de Action voor ons gehaald heeft
vormt ononderbroken ruis die onze nachten vol maakt
na het jarenlang te hebben ontlopen
zijn we samen ziek en verwarren
de koorts van ons lichaam met de hitte van de kamer

 

ik denk aan ijs om in slaap te vallen
aan zwarte golven die in het wit slaan
dan heel licht blauw worden
niet alleen wat donker is
ook heel licht blauw kan diep zijn

 

rechte lijn van onze ogen, we zien de vogels waarvoor
vallen en vliegen hetzelfde is

 

je stapt de rotsen op
wil de wind van je regenjas een zeil voelen maken
de banale angst van bijna
en het bevroren water van je huid

 

moeizaam wit
je ogen moe van hoe mooi het is

 

wanneer ik niet kan slapen denk ik aan mannen
die niet stopten 

 

tot alles ontdekt was
 

aan hoe de Zuidpool een troostprijs was
en expedities naar de Polen langzaamaan
vervangen werden door expedities naar schepen
verloren in de Polen

 

hoe hun zolen aan hun schoenen plakten
hoe hun huid van hun gezichten smolt
na het eten van de lever
van zeehonden of niet-zeehonden

 

hoe de mensen die er woonden hadden gewaarschuwd
dat lever je gek maakt

 

ik zie mezelf op een slee
zie mezelf de honden eten
die me naar de Pool getrokken hebben
hun vlees weer aan de honden die overleefden geven

 

verschrikkelijke witte hitte
in elkaar stortende wolkenkrabbers
een groot lek

 

de zon gaat zes maanden lang niet onder
 

er is geen tijd
om te verliezen
er is 

 

een mug in de kamer
die niet boven het gezoem van de machine uitkomt
het is te warm om haar weg te slaan

 

je neemt één pijnstiller meer dan mag
we liggen naakt op het dekbed, raken elkaar
net niet


Margot Delaet

Aflevering III werd in september 2024 opgenomen en heeft als titel 'Eeuwig ijs'.
 

Pim en Moya gaan in gesprek met glacioloog Lander van Tricht en dichter Pieter van de Walle. Ze spreken over smeltende gletsjers, Belgische expedities, toekomstige watersnoden en hoe hoopvol te blijven in een wereld zonder ijs. 

 

Margot Delaet schreef het gedicht voor deze aflevering.

redden wat je raakt 3.png

Behouden wildeling

 


Vanwaar ruigte indaalt
begroeit me als een geliefde
wilde aardbei, distel, al het getroste
schermbloemige en kelkstandige.

 

Vanaf de krijtzee zijn horden varens opgestaan.
Hun gevederde kalligrafie kwam aan het licht
na een explosie bij het Nyanzameer. Leg het fossiel
hier neer tussen het wuiven van struis- en tongvarens.

 

Van over de savanne zwenkt de witte giraf
sierlijk naar het acaciabos. Stekelige zuilen
van de acanthus richten zich op
na doortocht van de dassen.

 

Vanuit de bejaarde walnoot breekt een tak met
tonderzwam binnen de omheining van guldenroede.
We vermossen samen majesteit. Onze behouden
wildelingen zijn verwekt in vruchtbaar tij.


 

Emma Crebolder

image.png

IV. Wildelingen

Moya en Pim gaan in gesprek met Jeroen Helmer en Nikki Ong. Ze praten over wildernis. Wilde dieren, wilde planten; de wilde natuur, bestaat die nog?

Jeroen onderzoekt al jaren de Nederlandse natuur, die hij vastlegt in schitterende tekeningen, nu voor het eerst gebundeld in het boek Wildernis in eigen land. In zijn tekeningen en teksten sluipen niet alleen dieren rond die nu leven, maar kun je ook de originele bewoners van het land tegenkomen; bruine beren, elanden, het wilde paard.

Nikki ondernam voor haar nieuwe voorstelling Lonely Species een trektocht door Zweeds Lapland. Wat gebeurt er als een dichter de wildernis in trekt? Kun je je via een gedicht in een landschap verplaatsen? En wat kunnen we doen om onze streken weer wilder te maken?

​

Emma Crebolder schreef voor deze aflevering het gedicht 'Behouden wildeling'.

V. Akker, maag en maatschappij

In ‘Akker, maag en maatschappij’ gaan Pim en Moya in gesprek met dichter Paul Demets en boerin en schrijfster Amarylis de Gryse. Ze praten over eten en waar dat vandaan komt. Hoe kun je groenten en fruit op zo’n manier telen dat de planeet er niet onder lijdt? Waarover maakt een hedendaagse landbouwer zich zorgen? En waarom is voedsel zo’n prikkelend thema voor een schrijver?

 

Het gedicht dat Tijl Nuyts schreef voor deze aflevering kun je hiernaast lezen.
 

Deze aflevering werd live opgenomen in Bibliotheek Hasselt Limburg, met steun van Boektopia en Literatuur Vlaanderen.

redden wat je raakt - 5.png

Umami

 

We lepelen de soep naar binnen.

Boven de tafel hangt een wolk.

In de wolk woont een vriendelijk skelet.

 

Hij werd niet uitgenodigd, maar toch 

komt hij elke dag langs, zo rond lunchtijd,

’s avonds, of net voor het ontbijt.

 

We proberen hem niet aan te kijken

maar hij vecht om onze aandacht.

Zijn ogen blozende granaatappelpitten,

zijn tong een geroosterde aubergine,

zijn mond een beloftevolle o.

 

Hij opent zijn borst als een keukenkast,  

toont een betegelde tunnel naar zijn binnenkant, 

naar joúw binnenkant, naar de maag 

van een vermoeide maatschappij. Hij gidst ons 

door een gang waar echo’s heen en weer kaatsen,

als pollepels op zoek naar herkenning en hespenworst,
toont ons een lange kronkelende weg 

door een stad, een woud, een woestijn, 

een weg die ons naar het hart van een kookboek 

zal voeren, daar waar alles voorradig 

en umami zal zijn.

 

In je ergste nachtmerries voel je het voor je het ziet:

het gerommel, het ruisen, een tsunami van olie rijst op in je hoofd

en kantelt. Een lachende oven, een maag als een vuist 

en een vork als een vonk, als een vraag, 

als een val in het duister. 

​

Tijl Nuyts

bottom of page